Frans Huijsing: Al meer dan 20 jaar actief bij ALO

Alle leden van ALO zijn bijzonder, maar sommige leden zijn nog net iets bijzonderder dan anderen. Een van die extra bijzondere leden is Frans Huijsing, tijdens de laatste ALV geëerd met de zilveren Stierenkop. Twee weken geleden spraken we Erna, deze week een kort interview met Frans.

Frans, hoe ben je eigenlijk bij ALO terecht gekomen?
“Nou dat kwam omdat onze dochters gingen korfballen.” Zijn vrouw Marijke vult aan: “mijn vader (Piet Snel, voor oude getrouwen een bekende naam) was al jaren lid van ALO en mijn broer Michel korfbalde er ook. Dus toen onze dochters wilden gaan korfballen, gingen we natuurlijk naar ALO. We kenden al heel veel mensen bij naam van de verhalen van mijn vader, dus dat voelde meteen heel vertrouwd. Frans vertelt verder “ja en dan ging je natuurlijk rijden voor uitwedstrijden en draaide je af en toe een kantinedienstje. Voor ik het wist, werkte ik mee aan de GroteClubactie en zat ik in de sponsorcommissie. Later was ik ook nog secretaris in het bestuur.”

Wanneer ben je begonnen bij ‘De Opa’s? En was je toen al opa?
“Ik weet het nog precies, dat was namelijk direct na aanvang van mijn pensioen in januari 2002. En nee, toen was ik nog bij lange na geen echte opa. (Voor de niet ingewijden onder ons: ‘de Opa’s’ is een geuzennaam voor een clubje gepensioneerden die zich gedurende de week inspannen om onze accommodatie in tip-top staat te houden).”

Wat voor werk deed je voor je pensioen?
“Oorspronkelijk was ik autotechnicus. Ik heb zo’n 6 jaar aan opleidingen gedaan en 17 jaar in de autobranche gewerkt. Vandaar dat ik vrij handig ben. Maar op een gegeven moment werd dat zo’n onzeker bestaan, dat ik besloot over te stappen naar de overheid. Na een korte opleiding kon ik bij de politie aan de slag. Ik zat bij de afdeling die de bewaking van rechtszaken deed, en gedetineerden moest vervoeren naar de rechtszaal. Ik ben zelfs een keer naar Marseille afgereisd om daar een ontvoerder uit handen van de Franse politie over te dragen aan de Nederlandse justitie.”

Frans, je bent al heel lang vrijwilliger bij ALO. Wat vind je er zo leuk aan?
“Nou weet je, toen ik stopte met werken, wilde ik wel wat blijven doen. Ik heb overwogen om slachtofferhulp te gaan doen, want dat lag in het verlengde van mijn werk, ik wilde in ieder geval bezig blijven. Door de andere vrijwilligerstaken die ik al deed, maakte ik kennis met de andere Opa’s. Dat bleek een leuke club mensen om mee samen te werken. Toen ik bijna met pensioen was en ze me vroegen om bij hen mee te komen doen, heb ik meteen ja gezegd.
Peter Melchior was ook heel technisch, hij was de Willy Wortel van ALO. Wij konden heel goed door één deur. Zijn plotselinge overlijden was heel naar. Dan was ik bijvoorbeeld met het zandstralen van de radiatoren van de kleedkamers bezig en dan dacht ik, hè, wat jammer dat je er niet meer bij bent.”

Wat is het meest bijzondere dat je in de tijd bij ALO hebt meegemaakt?
“Het leukste vond ik toen het kunstgrasveld opnieuw moest worden aangelegd. Bij die herinrichting waren toen 3 partijen betrokken en ik was contactpersoon, de spin in het web. Ik hield ruggespraak met alle partijen. De ene partij legde het veld aan, de gemeente regelde de nieuwe bestrating rondom het veld en weer een ander kwam de bankjes plaatsen. Dat vond ik echt bijzonder leuk om te doen.”

Wil je verder nog iets aan ons kwijt?
We zouden wel wat extra handen kunnen gebruiken, want de huidige club wordt steeds ouder. We zijn erg blij met de komst van Aad van Zuidam en Jill Gaillard, die regelmatig klussen oppakken, maar er is erg veel te doen en de harde kern wordt er niet jonger op. Ik voel me nu nog superfit, maar ja ik ben al 78 en je weet natuurlijk nooit hoe de toekomst eruit ziet.

Dat is een duidelijke oproep Frans, we hopen dat zich iemand aan zal melden. Namens heel ALO, bedankt voor al je inspanningen.


Astrid Bouman

(100)